
Isala sluit soepel aan op het landelijk uitwisselen van beelden en verslagen. Lieke Poot, CMIO Isala, deelt haar ervaringen

Is jullie interne werkproces door het digitaal uitwisselen veranderd?
“In het geval van DVDexit moesten met name bij Radiologie technische aanpassingen gedaan worden. De credits daarvoor gaan naar collega’s Wim Huurnink van Radiologie en Having Kruiger van I&I. Alle dvd’s worden bij Isala door Radiologie in het PACS gezet, zodat de poliklinieken daar de beelden kunnen vinden. Intern valt er nog wel wat te stroomlijnen. Voorheen ‘triggerde’ de komst van een dvd een aantal acties. Maar als er nu beelden binnenkomen, gaan er geen belletjes rinkelen. Dus moet je iemand hebben die het continu in de gaten houdt. Omdat we met een centrale postbus werken, weten we bovendien niet altijd voor welke poli beelden bedoeld zijn. Daar moeten we goede afspraken over maken. Als alle ziekenhuizen straks meedoen, gaan we kijken of de poli’s zelf ook beelden kunnen gaan versturen. Maar daar is het nu nog te complex voor. Ik verwacht dat artsen in de toekomst vooral een verandering gaan ervaren in de snelheid van beeldbeschikbaarheid. Dat de beelden eerder binnen zijn dan de ambulance bijvoorbeeld, daar willen we natuurlijk naartoe.”
Zijn jullie veel hobbels tegengekomen bij de implementatie?
“Nee, eigenlijk niet. Natuurlijk duurt het altijd langer dan je van tevoren bedenkt, vooral de leveranciers moesten de technische aanpassingen in hun planning inpassen. Voordeel is dat patiënten voor uitwisselen van beelden en verslagen met Twiin geen toestemming hoeven te geven, er is een behandelrelatie. Dat zorgt voor een snel proces. Waar we nu op wachten is de aansluiting van omliggende ziekenhuizen. Gelukkig hebben alle ziekenhuizen deelname-intentie uitgesproken, wat super is. Maar eerlijk is eerlijk: het werkt pas als het werkt. In de tussentijd kan ik alvast verder denken over het uitwisselen van andere gegevens. Een heel interessant en belangrijk aspect van mijn rol als CMIO. Dat vraagt meer van mijn strategische vaardigheden. Natuurlijk is het handig om Twiin daarvoor te gebruiken, maar ik weet ook dat het zorgplatform van Chipsoft dat kan en dat werkt al. Ik ben nu met mijn collega CMIOs uit de regio aan het kijken naar de uitwisselingsmogelijkheden. We kijken samen naar dit belangrijke vraagstuk en houden elkaar op de hoogte van de ervaringen. Als dat lukt, hebben we het alleen nog maar over ziekenhuizen. Daarna kan er nog zoveel aan elkaar gekoppeld worden. Laten we ons daarvoor inzetten.”
Wat is de rol van een CMIO bij de uitrol?
“Als CMIO heb ik een heel brede kijk op het ziekenhuis, en ben ik de verbindingsofficier tussen de medisch specialist en afdeling I&I. Bij een uitrol van een nieuw programma denk ik allereerst mee over de vraag óf we mee moeten doen. In dit geval was de beslissing om mee te doen aan het project DVDexit al genomen voor mijn indiensttreding. Ik overzie bij dit soort cases of er een relatie is met andere (regionale) programma’s en wat het juiste platform is. Daarbij is het ook belangrijk om de prioriteiten van het ziekenhuis wat betreft digitaliseringen in de gaten te houden. En natuurlijk weeg ik de consequenties tegen elkaar af die een bepaalde implementatie heeft voor het werkproces van medisch specialist en andere medewerkers. Ik denk na hoe veranderingen andere afdelingen raken en beïnvloeden. En hoe we die veranderingen vervolgens kunnen communiceren.”
Ben je een regisseur of facilitator?
“Ik heb voornamelijk een verbindende en signalerende rol en werk altijd samen met anderen. Ik weet veel over hoe systemen in ons ziekenhuis op de achtergrond geregeld zijn. Vaak kan ik net iets sneller inschatten wat een implementatie of verandering in het werkproces op een andere plek voor consequenties heeft. Zo kunnen mensen die er in de praktijk mee te maken hebben elkaar vinden. Zij gaan met elkaar aan tafel om zaken af te stemmen. Het is niet mijn rol om het zelf te gaan regelen. Uiteraard bewaak ik dan wel of het uiteindelijk goed komt. Soms moet je even aanduwen en zorgen dat het urgent blijft. Ik zie mezelf dan ook meer als facilitator.”